In maart werkte voorzitter Corrie Jongbloed-Zoet mee aan een artikel over tandvleesaandoeningen bij de Nederlandse bevolking. Het artikel werd in diverse regionale kranten geplaatst: onder meer in het Dagblad van het Noorden, het Haarlems Dagblad, het Leidsch Dagblad, het Noordhollands Dagblad en de Stentor. Lees onderstaand de tekst van het artikel.
Tandartsen controleren dit jaar scherper op ontstoken tandvlees. Daardoor worden er veel meer gebitsproblemen ontdekt, die moeten worden behandeld door mondhygiënisten. Deze specialisten kunnen het werk bijna niet meer aan.
(Door Dick Hofland)
DEN HAAG (GPD) – Het wordt al de volksziekte onder de gebitsklachten genoemd: parodontitis. Dat is een ontsteking van het tandvlees die niet of te laat is behandeld. Volgens steekproeven van de Vereniging van mondhygiënisten (NVM) lijdt driekwart van de Nederlanders boven de 45 jaar aan een ernstige vorm van dit tandbederf.
Mondhygiënisten hadden het daardoor al enkele jaren erg druk, dit jaar moet menige praktijk zelfs met flinke wachtlijsten werken. Niet alleen doordat bij steeds meer Nederlanders het besef begint door te dringen dat er zonder behandeling niets van het gebit overblijft, maar vooral doordat tandartsen er dit jaar nadrukkelijk op controleren. Daarvoor deden ze dat zelden.
Vanaf 1 januari eist minister Edith Schippers van Volksgezondheid als voorwaarde voor de vrije tarieven onder meer dat tandartsen voldoen aan diverse kwaliteitseisen. Eén daarvan is dat ze bij een gebitscontrole minimaal eens per jaar een zogeheten pocketmeting uitvoeren. Een pocket is de ruimte tussen het tandvlees en de tanden en kiezen. Hoe grotere de opening, hoe sneller de ontsteking zich kan verplaatsen.
Zonder behandeling zal de ontsteking alleen maar erger worden, met als gevolg dat vezels en kaakbot afbreken. Dit proces is volstrekt pijnloos en daarom merkt niemand dat hij er last van heeft. Pas in een gevorderd stadium ontstaan er klachten. Bijvoorbeeld doordat tanden of kiezen los gaan staan. Als er ook dan niets tegen wordt ondernomen, worden andere tanden en kiezen aangestoken en valt op den duur het gehele gebit uit de mond.
Nu tandartsen meer op deze ziekte zijn gespitst, verwijzen ze veel meer patiënten door naar de mondhygiënist, die gespecialiseerd is in de behandeling van paradontitis. “We hadden het al druk, maar het tekort aan mondhygiënisten groeit bijna met de dag”, zegt Corrie Jongbloed, voorzitter van de NVM. “Het is inmiddels één van de weinige beroepen waar je absoluut zeker bent van een baan.”
Jongbloed wijst op het gevaar dat paradontitis als gevolg van de vergrijzing alleen maar zal toenemen. “Dat is alleen te voorkomen als mensen op tijd leren hun gebit goed te laten controleren en te verzorgen”, zegt ze. Flossen heeft daarbij weinig effect, zoals tandarts-paradontholoog en hoogleraar Fridus van der Weijden vorig jaar na een onderzoek concludeerde. Poetsen en eventueel een monddouche werken beter, maar niet zonder het gebruik van zogenoemde ragers of tandenstokers.
Daarmee kan al grotendeels de vorming worden tegengehouden van tandplak en tandsteen, de belangrijkste oorzaak van gebitsziekten. Bij jongeren zijn dat vooral gaatjes, bij ouderen hoofdzakelijk paradontitis. Zodra tandplak en tandsteen diep onder het tandvlees zitten, kan alleen de mondhygiënist dit met speciale instrumenten verwijderen. Daarmee kan niet alleen het gebit worden gered, maar wordt volgens enkele onderzoeken van onder meer cardiologen ook de kans op hart- en vaatziekten aanzienlijk kleiner.